Informatie over
Lekkerkerk
Lekkerkerk is een plaats in de gemeente Nederlek, in de Nederlandse provincie Zuid-Holland. Sinds 1 januari 1985 is Lekkerkerk geen zelfstandige gemeente meer.
=Beschrijving=
De Krimpenerwaard, waarin Lekkerkerk is gelegen, is verdeeld in verschillende polders. Bij Lekkerkerk zijn dat de Polder Schuwagt in het westen en de Polder Den Hoek in het oosten. Lekkerkerk is gelegen aan de Lek.
Het bijzondere van Lekkerkerk is dat het een grote oppervlakte heeft met grotendeels landbouwgronden en daarnaast als langgerekt dijkdorp sterk op de rivier is georiënteerd. Ter plaatse van de nu Nederlands Hervormde kerk (oorspronkelijk Nederduits gereformeerd) is de lintbebouwing verdicht en heeft zich komvorming voorgedaan.
De buurtschappen Opperduit en Schuwacht kenmerken zich door lintbebouwing en in de polders Den Hoek en Schuwagt met De Loet is wat verspreide bebouwing langs kaden en waterlopen te vinden. Langs de Lekdijk vindt men fraaie 17e, 18e en 19e eeuwse boerderijen, vooral in Opperduit. In het achterland bevinden zich de nieuwbouwwijken.
=Geschiedenis=
Hoewel archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat op donken bewoningssporen van onder andere de Vlaardingencultuur kunnen worden aangetroffen, zijn van de donken in de omgeving van Lekkerkerk (nog) geen vondsten uit de Steentijd bekend. De oudste bewoningssporen in de Krimpenerwaard zijn niet ouder dan de tiende eeuw na Christus. Aangenomen wordt dat de systematische ontginning pas in de elfde en vroege twaalfde eeuw is begonnen, waarbij de oeverwallen van de rivier fungeerden als ontginningsbasis.
Aanvankelijk was de naam van het dorp en zijn omgeving Leckelant. Vanaf de tijd dat aan de overzijde van de Lek Nieuw Leckelant tot ontwikkeling kwam en er een dorpskom rond de nieuwe kerk ontstond wordt gesproken over Leckerkercke (voor het eerst in 1276). In 1342 is Lekkerkerk een hoge heerlijkheid (of halsheerlijkheid) waar de beide Krimpens (Krimpen aan de Lek en Krimpen aan den IJssel, Stormpolder, Ouderkerk aan den IJssel en
Zuidbroek als lage heerlijkheden (of ambachtsheerlijkheden) onder vallen.
Vanaf 1900 vond eigenlijk pas de eerste wezenlijke vergroting van het dorp plaats. Er werd er gebouwd aan een aantal stegen haaks op de Lekdijk of de Achterstraat: Oostersteeg, Lekdijksteeg, Achtersteeg e.a (deze zijn in de jaren zeventig en tachtig van de twintigste eeuw gesaneerd). Na 1950 is de groei nog sneller gegaan. Vooral na de opening van de Algerabrug bij Krimpen aan den IJssel wordt de Krimpenerwaard een geliefd woongebied voor velen die in Rotterdam hun werk hebben. Het dorp breidt zich dan vooral ten westen van de Kerkweg uit.
=Bestaansmogelijkheden=
De kenmerkende bestaansmogelijkheden van Lekkerkerk zijn eeuwenlang de landbouw, de visserij op de Lek, de scheepvaart en de scheepsbouw geweest.
Zoals op de meeste plaatsen in het Utrechts-Hollandse veengebied was de landbouw in de Krimpenerwaard aanvankelijk een gemengd bedrijf. Vooral de hoger gelegen percelen, kaden en landscheidingen werden als bouwland gebruikt. De lager gelegen delen van het gebied werden benut als weide of hooiland. In de akkerbouw was de graanteelt het belangrijkste, maar er werd ook hop en kool geteeld, er waren boomgaarden en zelfs wijngaarden.
De vissers visten op zalm, elft en steur. Vanaf wanneer de zalmvisserij op de Lek van betekenis is, is onduidelijk. In de 18e eeuw was ze echter al geruime tijd van belang.
Als gevolg van de visserij ontstonden er een hout- en scheepsindustrie, onder andere bij Opperduit. De scheepsbouw leidde onder andere tot de vestiging van touwslagerijen. De touwslagerij is ten nauwste verbonden met de teelt van hennep, of zoals men in Lekkerkerk zegt: de 'kennip'. Op vrij grote schaal is in de Krimpenerwaard al sinds ca. 1600 hennep geteeld. De bloeiperiode ligt in de Gouden Eeuw, die een grote behoefte aan hennepproducten voor de machtige vloten met zich bracht. Na de eerste helft van de achttiende eeuw gingen de hennepprijzen zakken door concurrentie uit de Oostzeelanden. Desondanks werd de teelt voortgezet en zelfs uitgebreid om aan de risico's van de veehouderij tengevolge van de runderpest te ontkomen. De hogere ligging van de polder Schuwagt maakte deze beter geschikt voor de hennepteelt dan de lagere polder den Hoek, waar men zich eerder op de veehouderij moest toeleggen bij gebrek aan andere mogelijkheden.
Voor het verbouwen van hennep werden vrij kleine, relatief hooggelegen akkers aangelegd, omzoomd door knotbomen voor windvang en het drogen van de planten. Deze hennep-akkers waren meestal dicht bij de boerderijen gelegen, omdat ze sterk bemest moesten worden. De hennepteelt heeft het beeld van de landbouw in de waard tot ver in de 20e eeuw beheerst. Nog omstreeks 1930 bestond de omgeving van Opperduit bijna alleen maar uit hennep-akkers. De hoge en vruchtbare grond rond de Bakkerswaal was dan ook uitstekend geschikt voor de hennepteelt. Voor het overige was het accent, onder meer vanwege de voortgaande maaivelddaling, steeds meer op de veeteelt komen te liggen. Thans is vrijwel de gehele Krimpenerwaard in gebruik als grasland.
Na 1900 werden de scheepswerven uitgebreid, in Lekkerkerk werd niet alleen schepen voor de binnenvaart, maar ook zeeschepen gebouwd (Fa. van Duijvendijk). Er ontstond ook enige buitendijkse industrie.
=Natuur=
Op Lekkerkerks grondgebied bevindt zich het natuurreservaat De Bakkerswaal, waar onder meer een eendenkooi te bezichtigen is. Eigenaar is Het Zuid-Hollands Landschap. De rond de kooi gelegen bosschages bevatten onder meer meidoorn, vlier en hazelaar. Voor de Tweede Wereldoorlog was De Bakkerswaal beroemd om de kolonie aalscholvers (of schollevaars, zoals ze toen genoemd werden). In 1941 verdween de kolonie, die op haar hoogtepunt ongeveer 1500 nesten telde.
Bij Berkenwoude, aan het veenriviertje de Loet, in het Groene Hart van Zuid-Holland ligt het Loetbos. Met de kano kan de Loetroute (22 km lang) worden gevolgd.
=Bezienswaardigheden=
Vanaf de kade in Lekkerkerk kan men een blik werpen op de molens van Kinderdijk.
Jarenlang heeft in Lekkerkerk een herberg gestaan, met de naam De Grote Boer. Hier hing het levensgrote schilderij van van de man die in de zeventiende eeuw met zijn 2,59 m de grootste mens was die ooit in Holland was geboren, tegenwoordig hangt het schilderij in de centrale hal van het gemeentehuis te Lekkerkerk. In de oude herberg is nu een Chinees restaurant gevestigd.
Aan de Wetering Oost kom men een monument tegen. Het is bedoeld als een eerbetoon aan de gehele Lekkerkerkse bevolking uit het laatste jaar van de bezetting. Als dank voor de zwijgzaamheid, waardoor risicovolle droppings niet nog gevaarlijker werden dan ze al waren.
=Gifschandaal=
In de jaren 1980 en 1981 haalde Lekkerkerk de landelijke pers, nadat geconstateerd werd dat de grond onder de nieuwbouwwijk ten westen van de Kerkweg enorm vervuild bleek. De kosten voor het verwijderen van deze bodemverontreiniging beliepen uiteindelijk 188 miljoen gulden. De operatie werd door de burgemeester Hans Ouwerkerk in goede banen geleid.
=Externe link=
Website van gemeente Nederlek