Informatie over
Delft
Delft is een stad in Zuid-Holland, gelegen aan de Schie, tussen Den Haag en Rotterdam. Op 1 januari 2006 telde de gemeente Delft 94.770 inwoners (bron: CBS).
Delft heeft een historische binnenstad, ontwikkelde zich in de 19e eeuw tot industriestad en profileert zich tegenwoordig, met de aanwezigheid van een Technische Universiteit en het onderzoeksinstituut TNO, vooral als 'kennisstad'.
Binnen de geschiedenis van Nederland is Delft vooral bekend omdat Willem van Oranje er enige tijd heeft geresideerd en er uiteindelijk in 1584 werd vermoord. De Oranjes worden sindsdien traditioneel in Delft bijgezet.
Delft is de hoofdplaats van het hoogheemraadschap Delfland. De gemeente maakt deel uit van het kaderwetgebied Haaglanden.
Stadsbeeld
Delft heeft een historische binnenstad met een vrij overzichtelijk stratenplan. Parallel, en grofweg in noord-zuidrichting, lopen de grachten Oude Delft en Nieuwe Delft. Die laatste is beter bekend als achtereenvolgens Koornmarkt - Wijnhaven - Hippolytusbuurt - Voorstraat.
Tussen deze beide grachten in staat, op wat vermoedelijk de oudste bebouwde locatie van de stad is, de Oude Kerk, bijgenaamd de 'Oude Jan' met zijn karakteristieke toren. Deze toren met vier hoektorentjes staat flink uit het lood en helt over de Oude Delft. Nabij de toren vinden we ook het Gemeenlandshuis van Delfland met een fraaie gotische gevel, het Prinsenhof en het imposante gebouw van het Hoogheemraadschap van Delfland.
Ten oosten van de twee grachten werd de stad in de loop der eeuwen uitgebreid. Aan de Markt, een zeer ruim plein, staat de Nieuwe Kerk, vroeger gewijd aan Sinte Ursula, met hierin het praalgraf van Willem van Oranje en de Koninklijke grafkelder. De toren van de kerk is een van de hoogste van Nederland. Tegenover de kerk staat het Delftse stadhuis, dat door Hendrick de Keyser in 1618-1620 werd gebouwd rondom het oudste gebouw dat Delft tegenwoordig nog heeft: een toren genaamd
het Oude Steen. Op de Markt staat een standbeeld van Hugo de Groot, de rechtsgeleerde die in 1583 in Delft werd geboren.
Andere bezienswaardigheden in de binnenstad zijn de Oostpoort, de enige overgebleven stadspoort; de voormalige Vleeshal (tegenwoordig jongerencentrum 'De Koornbeurs'); een aantal hofjes (maar veel minder dan in Leiden of Haarlem) en vele interessante gevels.
De Beestenmarkt is vooral in de zomer het uitgaanscentrum van Delft, maar ook op andere plekken nabij de Markt bevinden zich volop horecagelegenheden - met name op de route Burgwal, Brabantse Turfmarkt, Kromstraat, Markt, Nieuwstraat.
Geschiedenis
Wortels
Delft is ontstaan aan een gegraven waterloop, de
Delf, en heet daar ook naar;
delven betekent
graven. Op de verhoogde plaats waar deze
Delf de kreekwal van het dichtgeslibde riviertje de Gantel kruiste was, vermoedelijk sinds de 11e eeuw, een grafelijke vroonhof gevestigd. Delft was mede daardoor een belangrijk marktcentrum, wat nog te zien is aan de omvang van het centrale marktplein.
Bloei vanaf 1246
Graaf Willem II verleende Delft op 15 april 1246 stadsrecht. Handel en nijverheid (bierbrouwerijen, draperie) kwamen er tot grote bloei. In 1389 werd de Delfshavense Schie naar de Maas gegraven, aan de monding waarvan de zeehaven Delfshaven (nu een stadsdeel van Rotterdam) werd gebouwd.
Delft was tot de zeventiende eeuw een van de grote steden van Holland. In 1400 had de stad bijvoorbeeld 6500 inwoners en was daarmee de derde stad in grootte, na Dordrecht ((8000) en Haarlem (7000). In 1560 was Amsterdam met 28000 inwoners uitgegroeid tot de grootste stad, gevolgd door Delft, Leiden en Haarlem die elk ongeveer 14000 inwoners hadden.
In 1536 werd een groot deel van Delft door brand in de as gelegd.
Prins Willem van Oranje resideerde korte tijd in Delft in het voormalige Sint-Agathaklooster, dat sindsdien Prinsenhof wordt genoemd. Hij werd er op 10 juli 1584 vermoord door Balthasar Gerards.
In de 17e eeuw beleefde Delft door de aanwezigheid van een Kamer van de VOC en door de aardewerkindustrie (Delfts Blauw) een nieuwe bloeiperiode.
In 1654 werd een groot deel van de stad verwoest door de Delftse donderslag - de ontploffing van een opslagplaats voor buskruit op de plaats waar zich sindsdien de
Paardenmarkt bevindt. Op de 'afstand van een kanonskogel' werd een nieuw Kruithuis gebouwd, door architect Pieter Post.
Terugval vanaf 1672
Vanaf het Nederlandse rampjaar 1672 ging de Delftse economie achteruit en raakte de stad overvleugeld door de beide buursteden Den Haag (als bestuurscentrum) en Rotterdam (als havenstad). In de 19e eeuw was er nog maar één plateelbakkerij over: De Porceleyne Fles, welke nog steeds bestaat.
Met de slechting van de stadsmuren in de 19e eeuw en de komst van de trein in 1847 werd Delft weer een aantrekkelijke plek voor nieuwe industrieën zoals de Gist- en Spiritusfabriek (later Gist Brocades, nu onderdeel van DSM), Calvé en Delft Instruments. De oprichting van de Koninklijke Academie (tegenwoordig: Technische Universiteit) in 1842 en het onderzoeksinstituut TNO in 1932, zorgden ervoor dat Delft ook een centrum van wetenschap werd.
Na de Tweede Wereldoorlog
In de jaren 1960 werd Delft fors uitgebreid, vooral in zuidelijke richting. Daar verrezen achtereenvolgens de hoogbouwwijken Poptahof en Voorhof, die nog steeds behoren tot de dichtstbevolkte wijken van West-Europa, en de iets minder ambitieus opgezette Buitenhof. Vanaf de jaren tachtig werd, nog zuidelijker, de Tanthof ontwikkeld; Tanthof-Oost als exponent van de zogenaamde 'nieuwe truttigheid', met het onoverzichtelijke stratenplan dat bij dergelijke wijken hoort; Tanthof-West als iets zakelijker ingerichte eengezinswoningenwijk aan de zogeheten 'Derde-Werelddreef'.
Met deze ontwikkelingen is het centrum van Delft als woonstad opgeschoven van de historische binnenstad naar het aan de andere zijde van de spoorlijn gelegen winkelcentrum
In de Hoven.
Delft nu
Een recente ontwikkeling in het uiterlijk van Delft is de voltooiing in maart 2005 van de herinrichting van het Zuidpoortgebied aan de zuidkant van de binnenstad, dat met de aanwezigheid van theater, megabioscoop en biblio/media/artotheek een soort cultuurcentrum moet worden. De uitvoering van dit plan loopt nog: de beoogde exploitant van het inmiddels voltooide bioscoopgebouw trok zich terug toen het pand niet aan de vooraf overeengekomen eisen bleek te voldoen; een nieuwe exploitant heeft zich inmiddels gemeld.
Voor de toekomst staat, met de komst van een spoortunnel, de herinrichting op stapel van de westgrens van de binnenstad — een gebied dat door de aanwezigheid van een spoorviaduct al decennialang als een soort niemandsland geldt.
Wapen en vlag van Delft
Het wapen van Delft bestaat uit een zilveren schild met daarin een verticale zwarte balk, vaak afgebeeld met golfjes erin. Deze balk staat voor een gracht ('delft'). Dit eeuwenoude wapen werd in 1816 officieel vastgesteld door de Hoge raad van de Adel.
De gemeentevlag bestaat uit 3 horizontale banen waarvan de binnenste zwart is en de buitenste wit. De vlag werd pas in 1996 officieel vastgesteld door de gemeenteraad maar werd al eeuwen geleden gebruikt, bijvoorbeeld op de Delftse schepen van de VOC.
Bezienswaardigheden
Agnetapark
Botanische Tuin TU Delft
Gemeenlandshuis
Genestetkerk
Het Meisjeshuis
Het Wapen van Savoyen
Koornbeurs
Kruithuis
Legermuseum
Maria van Jessekerk
Markt
Museum Lambert van Meerten
Museum van Elven
Molslaan 104
Nieuwe Kerk
Nusantara
Oostpoort
Oud Katholieke kerk aan het Bagijnhof
Oude Kerk
Prinsenhof
Reptielenzoo Serpo
De Roos
St. Hippolytuskapel
St. Huybrechtstoren
Synagoge
Techniekmuseum
Zuiderkerk
Bevolkingsopbouw
Aan de Delftse bevolkingsopbouw valt vooral het aandeel van mannen tussen de 20 en de 30 op. In 2002 was dit aandeel ongeveer 100% hoger dan het Nederlands gemiddelde. Het aandeel van vrouwen in dezelfde leeftijdscategorie was ongeveer 25% hoger dan het landelijk gemiddelde. Oorzaak van deze verschillen is ongetwijfeld de aanwezigheid van een universiteit die voornamelijk studies aanbiedt die traditioneel populair zijn onder mannen.
Verkeer en vervoer
Delft is goed bereikbaar per auto en openbaar vervoer. De stad ligt ingeklemd tussen de A4 in het westen en noorden, de A13 aan de oostzijde, en de N470 aan de zuidzijde.
Er zijn twee treinstations, station Delft en Delft Zuid. Het spoorwegviaduct in het centrum zal worden afgebroken en worden vervangen door een spoortunnel. Voor Delft Zuid zijn plannen in de maak om meer kantoren te realiseren in de directe omgeving van het station.
Verder doet tramlijn 1 van de HTM Delft aan, en in 2007 zal een tweede tramlijn 19 vanuit Leidschendam naar de TU Delft worden geopend.
Wijken
Delft is verdeeld in 7 wijken:
Buitenhof
Centrum
Tanthof:
Tanthof Oost
Tanthof West
Voorhof
Voordijkshoorn & Hof van Delft
Vrijenban
Wippolder
Het gedeelte Poptahof in de wijk Voorhof wordt nog wel eens gezien als een aparte wijk, terwijl dit niet het geval is.
Prominenten
Bekende Delvenaren
In Delft is de eretitel Delvenaar voorbehouden aan diegenen die in Delft zijn geboren.
10 april 1583: Hugo de Groot, rechtsgeleerde, wiens standbeeld op de Markt in Delft staat
29 januari 1584: Frederik Hendrik van Oranje, stadhouder
31 oktober 1632: Johannes Vermeer, schilder
24 oktober 1632: Antoni van Leeuwenhoek, wetenschapper
november 1641: Anthonie Heinsius, raadspensionaris
4 december 1886: Jan Thomée, voetballer en huisarts
6 maart 1915: Jan Cottaar, sportverslaggever
21 mei 1916: Tinus Osendarp, atleet
20 mei 1938: Stien Baas-Kaiser, schaatsster
16 oktober 1939: Nico Haak, zanger
11 december 1951: Ria Stalman, atlete en sportverslaggever
31 december 1956: Arjen Duinker, dichter
1 april 1960: Frank Leistra, hockeyinternational
21 augustus 1962: Rogi Wieg, schrijver
8 maart 1964: Mariska Hulscher, tv-presentatrice
16 december 1965: Alexander Pechtold, politicus
12 november 1966: Wessel van Diepen, diskjockey en muzikant
17 april 1969: Eeke van Nes, roeister
11 mei 1969: Simon Vroemen, atleet
11 september 1972: Ricky Koole, actrice en zangeres
2 augustus 1979: Thamar Henneken, zwemster
9 juni 1981: Bastiaan Tamminga, zwemmer
5 mei 1982: Ferrie Bodde, voetballer
6 januari 1988: Marly van der Velden, actrice
9 januari 1989: Michaella Krajicek, tennisster
Bekende Delftenaren
Wie korte of langere tijd in Delft woont, is een Delftenaar.
Willem van Oranje, prins/stadhouder. Geboren 1533 in Dillenburg; woonde de laatste maanden van zijn leven in Delft, in het Sint-Agathaklooster (thans Prinsenhof).
Piet Hein, zeevaarder. Geboren 1577 in Delfshaven; woonde de laatste maanden van zijn leven in Delft, aan de Oude Delft 171.
Carel Fabritius, schilder. Geboren 1622 in Middenbeemster; woonde van 1650 tot aan zijn dood in 1654 in Delft — achtereenvolgens aan de Oude Delft en in de Doelenstraat.
Jan Steen, schilder. Geboren 1626 in Leiden; was van 1654 tot 1657 uitbater van de herberg De Roscam aan de Oude Delft 74.
Reinier de Graaf, arts en anatoom. Geboren 1641 in Schoonhoven; woonde van 1666 tot aan zijn dood in Delft. Het Delftse Reinier de Graaf Gasthuis is naar hem genoemd.
Hubert Korneliszoon Poot, dichter. Geboren 1689 in Abtswoude; woonde gedurende twee korte periodes in Delft, waar hij ook overleed.
Petrus Jacobus Kipp, apotheker, chemicus en instrumentenmaker. Geboren in 1808 in Utrecht. Had vanaf 1830 een apotheek aan de Oude Delft 162.
Jacques van Marken, industrieel. Geboren 1845 in Dordrecht. Liet in 1880 in Delft het tuindorp Agnetapark bouwen, waar hij zelf tot zijn dood bleef wonen.
Jules de Corte, zanger/liedjesschrijver. Geboren 1924 in Deurne; woonde vanaf 1945 geruime tijd in de Wippolder.
Jody Bernal, zanger. Geboren 1981 in Bogota; groeide, nadat hij door een Nederlands gezin werd geadopteerd, op in Delft.
Guus Westdorp , componist, pianist. Geboren 1961 in Vlaardingen. Vaste begeleider van onder meer Toon Hermans, Liesbeth List en tegenwoordig van Mathilde Santing. Schreef in 1993 de hit Blijf bij mij van Paul de Leeuw en Ruth Jacott
Popbands uit Delft
Tee Set
After Tea
Alquin