Informatie over
Overdinkel
Overdinkel is een dorp in de Nederlandse provincie Overijssel, in het uiterste oosten van de streek Twente, onmiddellijk aan de grens met Duitsland. Overdinkel valt onder de gemeente Losser en ligt aan de rivier de Dinkel. Het kende op 1 januari 2004 zo'n 3.760 inwoners.
Geschiedenis van Overdinkel
Situatie tot 1890
Ten zuidoosten van het dorp Losser met aan de andere zijde de grens van Duitsland, een punt van het drielanden gebied, Niedersachsen, Westfalen, en Nederland, ligt Overdinkel.In het begin van het dorp, bevindt zich in wat men beschrijft als een vredige rust een bosrijk gebied en heide. Langs de grens een stukje natuurschoon genaamd het
Tiekenveen, met een waterplas die voor het grootste gedeelte was begroeid met hoog riet, en die in de
latere jaren is drooggelegd. Aan de andere zijde van de grens was een groot zandgebied. Aan de Ruhenbergerbeek, die vanuit Duitsland Nederland binnenkomt, liggen een paar boerenerven, te weten de erven Welpelo, Beernink, Luijerink en Nijland.
Aan de andere kant, waar de Dinkel stroomt, vindt men ondere andere de erven Roterink, Lakerink, Elferink, en Ter Denge. Deze erven werden al beschreven in het Markeboek van Losser in 1533, waar toen reeds werd gesproken van de Overdinkelse boeren. Rond 1200 vindt men reeds in geschriften de naam
Overdinkel of
Overdinkelsche veld terug. Overdinkel was een gehucht of beter gezegd een verdicht buurtschap, zoals er in het schrale zandgrondengebied van Twente vele waren.
De Invalsweg te Overdinkel heet zo omdat Bernhard van Galen, Bisschop van Münster, met als bijnaam Bommenberend, langs deze weg in het voorjaar van 1672 Overijssel binnentrok. Hij sloeg met zijn leger het kamp op aan de kruising van de Invalsweg en de Welpeloweg, waar zich het zeer oude Veldkruis van Overdinkel bevindt. Op deze plaats is nog een bosje, en er wordt ieder jaar het Overdinkselse Schuttersfeest gevierd. De troepen van de Münsterse bisschop hebben de buurtschap Overdinkel en het dorp Losser geplunderd.
Situatie na 1890
Overdinkel was tot 1890 een heel rustige buurtschap totdat aan de andere kant van de grens in Gronau textielfabrieken werden gebouwd. Door Pastoor Roberink, die in Losser was geboren, werden de mensen in Friesland, en de kop van Overijssel er op attent gemaakt, dat er in Twente veel werk was. Hij was pastoor in Steenwijkerwold, en daar heerste veel armoede onder de mensen. Ook kwamen zeer velen uit Friesland en Drenthe om hier hun geluk te beproeven.
In 1907 waren er reeds 1600 inwoners in Overdinkel en de eertijds zo kleine buurtschap groeide uit tot een heus dorp. Inmiddels was er voor de arbeiders-immigranten een Nederlands-hervormde kerk tot stand gekomen in 1909 in navolging van de Rooms-katholieke kerkbouw in 1907.
Een bouwpastoor in 1907
Toen kapelaan G.F. van Laak, kapelaan van Losser, op 12 oktober 1907 van de Aartsbisschop van Utrecht de opdracht kreeg om een nieuwe Rooms-katholieke parochie te stichten in de bewoningskern Overdinkel, was dit voor hem een eer maar ook een geweldig zware taak. Dit bijna nieuw ontstane dorp, dat inmiddels zo'n 1600 inwoners had, was voor de helft katholiek - vele immigranten uit Friesland en Noorwest-Overijssel waren immers Protestanten, terwijl de Twentenaren en oorspronkelijke bevolking Rooms-katholiek was. Soms als de rivier de Dinkel overstroomde waren de wegen veranderd in grote modderpoelen, en haast niet begaanbaar. Daarom was het soms bijna niet mogelijk om over de weg, naar de Losserse of Gronause kerken te gaan. Terwijl daar de kerken ook erg vol waren.
Als bouwpastoor kocht en kreeg kapelaan G. van Laak stukken grond van J.H. Roterink, G.J. Welpelo, en J. H. ter Denge en G.J. Smudde, onder meer een stuk grond gelegen aan de weg van Overdinkel naar Gronau de z.g.
Jaaghutte. J.H. Roterink stond gratis grond af, een stuk heidegrond, met het verzoek er een park van te maken.
De nieuwgebouwde kerk werd toegewijd aan de H. Gerardus Majella C.SS.R.,
in wie Van Laak een onbeperkt vertrouwen stelde en zijn grote voorbeeld zag. Een relikwie uit het gebeente van de H. Gerardus Majella werd op 17 januari 1908 aan de bouwpastoor G. van Laak geschonken.
In 1909 werd
De Vereniging (het parochiehuis) gebouwd, alsmede een korenmalerij, met brandstofhandel, dit alles onder de naam ?Concordia?. Ook in het jaar 1910 wordt op 11 december de Kruisweg opgericht. En op 8 januari 1911 wijdde Van Laak, nu pastoor geworden, het nieuwe Rooms-katholieke dorpskerkhof.
De eerste kerkmeesters waren Gerardus Johannes Welpelo en Johannes Bekkers. De eerste koster-organist was dhr. L. Konter. Het aantal parochianen in het jaar 1910 was ruim 887, De parochie bleef bloeien, en in het jaar 1929, waren er reeds 1224 parochianen, en werden er 52 kinderen gedoopt.
Er was eveneens een zustersklooster tot stand gekomen in het dorp.
De Gerardus Majella-processie te Overdinkel
De initiatiefnemer tot deze in geheel Twente bekende processie was de bovengenoemde bouwpastoor Van Laak. Gerhardus Franciscus van Laak werd geboren in Wehl (Gelderland) op 18 juni 1875. Hij werd op 5 augustus 1900 tot priester gewijd voor het Aartsbisdom Utrecht. Op 3 februari 1903 werd hij door de Aartsbisschop van Utrecht Mgr. H. van de Wetering benoemd tot kapelaan te Losser. Daar werd hij in 1907 als bouwpastoor belast met het stichten van de nieuwe parochie in Overdinkel.
In 1912 vond de eerste processie ter ere van de H. Gerardus Majella C.SS.R. plaats. In de jaren '30 kwamen er tot wel 20.000 pelgrims naar de jaarlijkse processie die aan het kleine dorp Overdinkel een regionale faam bezorgde. Op 6 april 1920 werd de
Broederschap van de H. Gerardus Majella opgericht.
Pastoor van Laak werd te Overdinkel en tot in de verre omgeving geacht en bemind. Daarvan getuigde de grote hulde die hem bij zijn 25-jarig priesterjubileum op 15 augustus (Onze Lieve Vrouw-Tenhemelopneming) 1925 ten deel viel. Groot was dan ook de verslagenheid toen hij op 28 oktober 1930 stierf na een langdurige ziekte. Hij werd onder grote belangstelling op 2 november 1930 begraven op het dorpskerkhof te Overdinkel.
De jaarlijkse processie op 16 oktober of de zondag daaropvolgend is tot de dag van vandaag (2006) een jaarlijks terugkerend evenement. Van heinde en verre komen nog steeds duizenden pelgrims op de bidtocht af met hun rozenkrans.
Na de Tweede Wereldoorlog
Na 1945 zette de groei van Overdinkel nog kort door, maar door de teloorgang van de textielindustrie in Twente, nam later de groei af. Door het groeiende grensverkeer met Duitsland nam de horeca in het dorp toe. De Sportclub Overdinkel voorziet in de sportieve verlangens van de inwoners van Overdinkel.