Informatie over
Prinsenbeek
Prinsenbeek is een dorp en voormalige gemeente in de Nederlandse provincie Noord-Brabant. Het dorp ligt ten westen van de A16 en de HSL-Zuid, en maakt deel uit van de gemeente Breda. Het aantal inwoners bedraagt 11.419 (2005). Er is een station (Breda-Prinsenbeek), met een omstreden fietsbrug. Met carnaval heet deze Brabantse plaats
Boemeldonck.
Geschiedenis
Het dorp heette aanvankelijk Beek (Noord-Brabant). De Prinsenhoeve te Beek wordt al in de veertiende eeuw genoemd. Beek werd in 1796 een zelfstandige parochie. Op 1 juli 1866 werd het station Beek geopend aan de spoorweg tussen Breda en Rotterdam.
De gemeente Prinsenbeek ontstond in 1942, toen de gemeente Princenhage aan Breda werd toegevoegd. Het kerkdorp Beek werd daarbij een zelfstandige gemeente. In 1951 werd de gemeentenaam gewijzigd in
Prinsenbeek. Bij Koninklijk Besluit van 12 januari 1951 werd Prinsenbeek een gemeentewapen toegekend. Op 11 oktober 1963 werd bij besluit van de gemeenteraad een officiële gemeentevlag aangenomen. Op 1 juli 1976 werd het grondgebied ten oosten van de spoorweg Breda-Lage Zwaluwe bij Breda gevoegd. Bij de gemeentelijke herindeling van 1 januari 1997 werd de rest van de gemeente bij Breda gevoegd.
Prinsenbeek kent vier Rijksmonumenten. De pomp op de Markt is een reconstructie uit 1975 van de dorpspomp uit 1874 die rond 1935 was afgebroken. In 1953 werd een Mariakapel gebouwd. In 1980 werd de kapel omgedoopt tot 'Vredeskapel', ter herinnering aan allen die in de Tweede Wereldoorlog zijn gevallen voor de vrijheid.
Fietsbrug
Bij station Breda-Prinsenbeek is een 250 meter lange fietsbrug gebouwd op acht meter hoogte, waarmee de sporen kunnen worden overgestoken. De brug is onderdeel van een fietsroute tussen Breda en Prinsenbeek, en dient ook om van het ene naar het andere perron te komen. De brug, die een oudere brug met hellingbanen moest vervangen, was meteen al omstreden. In het Tracébesluit HSL-Zuid waren naast drie lifttorens (één lift aan Prinsenbeekse zijde en één aan iedere zijde van de treinperrons) ook twee hellingbanen opgenomen. Die werden geschrapt ten gunste van roltrappen die veel minder ruimte innemen. De bewoners en de Fietsersbond eisten op 5 november 2002 bij de Raad van State intrekking van de bouwvergunning en schorsing van de bouw. Onder meer werd aangevoerd dat roltrappen ongeschikt zijn voor het vervoeren van fietsen. De Raad van State wees de eisen af. Op 7 oktober 2003 werd de nieuwe fietsbrug geopend.
Op 7 november oordeelde de rechter dat de oude fietsbrug twee maanden niet mocht worden gesloopt. De affaire haalde zelfs de Tweede Kamer; PvdA-kamerlid Co Verdaas stelde minister Peijs op 3 december 2003 kamervragen. In februari 2004 trok het
Projectbureau HSL-A16 het hoger beroep tegen het verbod op afbraak van de oude brug in. De Tijdelijke Commissie Infrastructurele Projecten (TCIF) van de Tweede Kamer kwam op 24 februari de HSL-Zuid bij Breda bekijken en bezocht toen ook de fietsbrug.