Informatie over
Heerlen
Heerlen (Limburgs: plaatselijk
Heële, elders
Haelder of
Heerle) is een gemeente in het zuidoosten van de Nederlandse provincie Limburg.
Op 1 januari 2006 had Heerlen 91.581 inwoners (bron: CBS).
Overige officiële kernen zijn Hoensbroek, Heerlerbaan, Heerlerheide en Welten.
Geschiedenis
Hoewel er sporen zijn van eerdere bewoning, begon de bewoningsgeschiedenis van Heerlen pas met de komst van de Romeinen. Deze stichtten er 2000 jaar geleden een militaire nederzetting, die zij de naam Coriovallum gaven. De nederzetting ontstond aan het kruispunt van twee belangrijke heerwegen: Boulogne sur Mer-Keulen en Xanten-Aken-Trier.
Rond de tiende eeuw komt in heel Europa de landbouw goed tot ontwikkeling en krijgt, door het ontstaan van boerenhoeven en molens langs de dalen van de Caumer-, Schandeler- en Geleenbeek, Heerlen gestalte.
De oudste schriftelijke vermelding van Heerlen of 'Herle' is in een akte van 1065. Udo, bisschop van Toul, legt daarin enkele schenkingen vast. Een van die schenkingen betreft het allodium Heerlen, in het bisdom Luik. Een ander betreft enige kapellen, onderdeel van de moederkerk in Voerendaal, gelegen in Heerlen en Welten. Niet veel later is het allodium Herle in het bezit van de graven van Ahr-Hochstaden.
Theoderich van Are (een neef van Udo van Toul!) heeft Heerlen kerkelijk los van Voerendaal gemaakt en verkoos Sint Pancratius als kerkpatroon.
De graven zijn de bouwers van de Schelmentoren en de Pancratiuskerk geweest en ze lieten een omgrachte vesting bouwen (later aangeduid als Landsfort). Door deze versterking kreeg Heerlen enige publiekrechterlijke vrijheden waardoor zij een andere status had dan het omringende platteland. Voerendaal, Hoensbroek, Schaesberg en Nieuwenhagen behoorden tot het bestuurlijke 'Land van Herle'.
In 1244 was Heerlen onder gezag van de hertogen van Brabant gekomen. Hoensbroek werd in 1388 van Heerlen afgesplitst en als 'heerlijkheid' overgedragen aan de heren van Hoensbroek. In de 15e en 16e eeuw maakte het deel uit van een fortenlinie die door Brabant-Bourgondië was opgebouwd. Deze fortenlinie moest de expansiedrift van vorsten uit het Rijnland tegengaan. Voor de tweede maal in zijn historie vervulde Heerlen een rol als militaire post.
Schaesberg werd in 1619 verpand aan de graaf van Schaesberg en in 1661, pas dertien jaar na het beëindigen van de tachtigjarige oorlog, werden Heerlen, Nieuwenhagen en Voerendaal Staats gebied, terwijl Schaesberg en Hoensbroek Spaans gebied werden. Uit deze eeuw stammen gebouwen als de Weltermolen, Oliemolen, Schandelermolen, Eyckendermolen, Caumermolen (allen watermolens), kasteel Terworm en Huis De Doom. In 1793 maakten de Fransen een eind aan de versnippering van het land. Zij veroverden Heerlen en in 1795 stonden de Staten Generaal het gebied definitief aan Frankrijk af.
In 1814 werd Heerlen onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden. Bij de Belgische opstand in 1830 sloot het zich echter bij het Koninkrijk België aan, om in 1839 toch weer onder Nederlands gezag te komen.
In de 19e eeuw was Heerlen een vrij geïsoleerd dorp; hoofdmiddel van bestaan was de landbouw, goede aan- en afvoerwegen ontbraken. Wilde men met de trein reizen, dan moest men eerst te voet naar Simpelveld (de lijn Aken-Maastricht) of Sittard (de lijn Maastricht-Roermond) om daar de trein te nemen. Men kon ook met de postwagen gaan naar Valkenburg, Sittard of Aken. Pas in 1896 kwam de spoorlijn Sittard-Heerlen-Herzogenrath tot stand, welke werd aangelegd door de spoorwegbouwer Henri Sarolea, welke later met de gebroeders Honigmann de directie zou voeren van de Oranje Nassaumijnen.
Die spoorlijn was dringend gewenst in verband met de steenkoolexploitatie. In 1894 was al gestart met de aanleg van de Oranje Nassaumijn I, die vijf jaar later in productie ging. Op Heerlens grondgebied kwamen nog drie mijnen: de Oranje Nassau III te Heerlerheide, Oranje Nassau IV te Heksenberg en Staatsmijn Emma in Treebeek (destijds grondgebied van de gemeente Heerlen). De bevolking neemt in korte tijd explosief toe: 6646 inwoners in 1900 tot 32.263 inwoners in 1930. Voor al deze mensen uit binnen- en buitenland moesten huizen, scholen, winkels en een ziekenhuis gebouwd worden, wegen worden aangelegd enzovoorts, en dat alles in zeer korte tijd. Het is daarom niet verwonderlijk dat nog maar weinig historische gebouwen bewaard zijn gebleven. In de grote verandering "van dorp tot stad" vond men ze niet meer passen in een modern stadsbeeld en werden ze gesloopt. Beeldbepalend voor Heerlen in de mijnbouwperiode was de hoogste schoorsteen bij een steenkolenmijn. Deze schoorsteen werd in de volksmond aangeduid als Lange Jan, en was van zeer grote afstand al zichtbaar.
Momenteel herinnert nog maar weinig aan dat kolenverleden van de stad. De steenbergen zijn afgegraven en veranderd in woonwijken of parken, de koeltorens en grote schoorstenen zijn verdwenen. Het schachtgebouw van de Oranje Nassau I is nog het meest in het oog springende directe overblijfsel, maar de vele wijken die in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog zijn aangelegd, zijn nog steeds sprekende getuigen van die markante periode uit Heerlens geschiedenis. De enige overgebleven steenberg in originele staat (tevens van heel Nederland) ligt aan de rand van de Brunssummerheide, maar wordt bedreigd met afgraving omdat er kostbaar zilverzand onder ligt.
Sinds 1 januari 1982 wordt de huidige gemeente Heerlen gevormd door Heerlen en de voormalige gemeente Hoensbroek. Op dit moment vormt Heerlen samen met Kerkrade, Landgraaf en Brunssum een sterk verstedelijkt gebied, waarin in totaal ongeveer 250.000 mensen wonen. Een populaire naam van dit gebied is "Parkstad Limburg", Heerlen vervult voor de steden/gemeenten hierin net als vroeger een centrumfunctie.
De massale immigratie in de mijnwerkerstijd heeft ertoe geleid dat de gemeenschap van Heerlen ingrijpend veranderd is. Andere Limburgers merken dit vooral aan de taalsituatie: nergens anders in Nederlands Limburg neemt het plaatselijk dialect zo'n marginale plaats in, al is het Heerlens nog niet verdwenen. Het Nederlands dat er gesproken wordt is echter zeer zwaar door het Limburgs beïnvloed; zie Heerlens Nederlands.
In 1935 kwam het Glaspaleis gereed, een sterk staaltje van het Nieuwe Bouwen dat eerst gebruikt werd voor de textielhandel van opdrachtgever Peter Schunck en nu, na jaren van verval, gerestaureerd en weer in gebruik is genomen, nu als cultureel centrum. Het gebouw staat midden in de stad, omgeven door de drie centrale pleinen Bongerd (Markt), Kerkplein en Emmaplein. Het is een nationaal monument en is uitgeroepen tot een van de 1000 belangrijkste 20e eeuwse gebouwen ter wereld (door de Union of International Architects). Daarnaast hebben het gebouw en de restauratie vele onderscheidingen ontvangen. Een van de aspecten waarin het zijn tijd ver vooruit was is het energiegebruik. Al snel na de ingebruikname bleek dat de geïnstalleerde verwarming zelfs in de winter niet nodig was omdat het als een broeikas werkt. Destijds was het het symbool van het meegaan van Heerlen in de vaart der volkeren en tegenwoordig is het het symbool van de wedergeboorte van Heerlen na het sluiten van de mijnen.
Wijkindeling
Door de mijnindustrie en de toenemende bevolking zijn tussen de oorspronkelijke dorpskernen vele nieuwe wijken ontstaan in de 20e eeuw, dit heeft ertoe geleid dat alle plaatsen binnen en rondom de gemeente met elkaar verweven werden. Per 1 januari 1982 werd de gemeente Hoensbroek, waarvan de bebouwing voor een groot gedeelte aaneen is gesloten met Heerlen, bij Heerlen gevoegd en werd sindsdien een onderdeel van het stadsdeel
Heerlen-Noord, waarin al eerder het oorspronkelijke dorp Heerlerheide is opgegaan. Sinds 2002 hebben de plaatsen echter weer hun eigen plaatsnaamborden terug alsmede Heerlerbaan.
De stad omvat 3 stadsdelen waarin zich verschillende wijken/dorpen bevinden die weer in een aantal buurten zijn onderverdeeld:
Heerlerheide
Beersdal
Ganzeweide
Heksenberg
Litscherveld
Maria Christinawijk
Nieuw-Einde
Passart
Pronsebroek
Rennemig
Schelsberg
De Stack
Versiliënbosch
Vrieheide
Hoensbroek
De Dem
Maria Gewanden
Mariarade
Nieuw-Lotbroek
Overbroek
Schuureik
Zeswegen
Heerlen-Centrum
Eikenderveld
Gelein
Lindeveld
Op de Nobel
Grasbroek
Hoppergraaf
Musschemig
Schandelen
Meezenbroek
Palemig
Heerlerbaan
Bautsch
Giezenveld
De Rukker
De Hees
Aarveld
Bekkerveld
Caumerveld
De Erk
Heesberg
Heeserveld
Douve Weien
Vrusschemig
Molenberg
Schiffelerveld
Welten
Naast deze wijken bevinden zich in de gemeente de volgende buurtschappen:
Benzenrade, Bovenste Caumer, Ten Esschen, Heihoven, Hondsrug, Imstenrade, Koningsbeemd, Musschenbroek, Onderste Caumer, Schurenberg, Terschuren, Terworm, Vrank, Vrusschenhusken, Weggebekker
Zetelverdeling gemeenteraad
SP 11 zetels
PvdA 8 zetels
CDA 5 zetels
Stadspartij 4 zetels
VVD 3 zetels
Leefbaar Heerlen 3 zetels
Ouderenpartij 2 zetels
GroenLinks 1 zetel
Bekende Heerlenaren
Johan Michiel Dautzenberg (1808) dichter (? 1869)
Peter Joseph Savelberg (1827), priester, eerbiedwaardige dienaar Gods, congregatiestichter (? 1907)
Charles Hennen (1861) musicus (? 1953)
Peter Schunck (1873) zakenman (? 1960)
Frits Peutz (1896) architect (? 1974)
Jef Diederen (1920) schilder-graficus
Wiel Knipa (1921) Liedjesschrijver en presentator Sterren en Streken (? 2002)
Jaap van der Scheur (1926) vakbondsman (? 2002)
Thomas Bernhard (1931) Oostenrijks auteur (in Heerlen geboren) (? 1989)
Jac Stienstra (1932) zakenman
Harrie Geelen (1939) schrijver-illustrator
Pé Hawinkels (1942) dichter-vertaler (? 1977)
Manuel Kneepkens (1942) dichter-politicus
Klaas de Vries (1943) politicus
Jo Ritzen (1945) politicus en econoom
Jo Coenen (1949) architect
Loek Hermans (1951) politicus
Wiel Arets (1955) architect
Michel Huisman (1957) kunstenaar/morfoloog
Robert de la Haye (1965) acteur
Tejo Haas (1967) kunstenaar-cartoonist
Ger Senden (1971) voetballer
Max van Heeswijk (1973) wielrenner
Musea en bezienswaardigheden
Thermenmuseum
Geon
Glaspaleis
Kasteel Hoensbroek
de Sint-Pancratiuskerk, waarvan de oudste delen uit de 12de eeuw dateren (o.a. de Schelmentoren) en andere delen uit de 13de eeuw en zelfs de 19de eeuw