Informatie over
Grubbenvorst
Grubbenvorst is een kerkdorp van de gemeente Horst aan de Maas (Nederland). Het is het een na grootste dorp in Horst aan de Maas, met 4.806 inwoners (1 januari 2004).
Historie
Grubben en Vorst
Grubben, ook wel Gribben, was de naam van het kasteel waarvan nu de ruïne van het
Gebroken Slot resteert. Grubben wijst meestal op een holle weg. Het tweede gedeelte van de naam "Vorst" was de naam van het dorp. Deze naam wijst op bos, in het bezit van de heer van het gebied. Aanvankelijk was hier veel bos, maar dat is grotendeels verdwenen door het ingrijpen van de mensen, die bossen gingen kappen uit behoefte aan weidegrond. Na het kappen ontstond heidevelden.
Op de hoge Maasoever komen ook sporen voor van vroeg-Germaanse bewoning. Deze hoge Maasoever draagt de naam "Reuvelt", een benaming, die vermoedelijk uit de Karolingische tijd stamt. Aannemelijk is dat in de loop van de 8e eeuw het christendom ook in Noord-Limburg doordringt. Bij opgravingen na de verwoesting in november 1944 van de parochiekerk bleek, dat deze omstreeks 1415 gebouwde kerk zeker zes voorgangers moet hebben gehad. Bij de wederopbouw in 1952 heeft men de herinnering aan deze vroegere kerken willen bewaren in de tegenwoordige crypte. De huidige kerk werd ontworpen door Alphons Boosten.
De heerlijkheid
De heer van Grubben was eerst beleend met de gehele heerlijkheid Vorst. Vermoedelijk uit geld gebrek deed hij in de 14e eeuw de halve heerlijkheid over aan zijn buurman, de heer van Baersdonck. In 1755 kocht de toenmalige heer van Grubben de markies van Hoensbroek, de ridderhofstede Baersdonck met de andere helft van Vorst, zodat de heerlijkheid weer in één hand was.
Bij het land van GelderGribben met (half) Vorst was een zeer oude vrije heerlijkheid waartoe aanvankelijk ook Arcen, Lomm, Velden en het dorp Venlo behoorden. In 1311 koopt Reinoud van Gelder de heerlijkheid van de heer van Millen. Het gebied van Grubbenvorst is daarna Gelders gebleven tot de Franse tijd, al was sinds 1543 de Duitse keizer, van 1555 tot 1713 de koning van Spanje en daarna tot 1794 de koning van Pruisen hertog van Gelder. Bij het beleg om Venlo in 1511 wordt het slot Gribben voor de eerste keer verwoest.
De tachtigjarige oorlogGedurende de tachtigjarige oorlog zijn de Noord-Limburgse Maasdorpen meestal Spaans gebleven. Wel is tussen 1572 en 1646 regelmatig en soms hevig in deze streken gevochten. Voor het herstelde slot Gribben kwam in 1586 de genadeslag, toen Spaanse troepen onder Parma het kasteel bestormenden en tot een "gebroken slot" verwoesten. Grubbenvorst was sinds de veldtocht van Frederik Hendrik in 1632 bezet door Hollandse troepen van de Republiek. Op 3 augustus 1635 werd Grubbenvorst overvallen door een keizerlijk regiment Kroaten. De inwoners waren naar de kerk gevlucht en hadden zich achter de kerkhofmuren verborgen. Voor de ligging hadden zij stro meegebracht. Dit staken de Kroaten in brand. Het aantal slachtoffers is onbekend. De kerk ging gedeeltelijk verloren. Kort daarna brak in de streek de pest uit, die al in Arcen 195 doden eiste.
De Pruisische tijdNa de Spaanse successieoorlog kwam Grubbenvorst in mei 1713 bij Pruisen als deel van Pruisisch Opper-Gelre. Deze Pruisische tijd duurde tot de inval van de Fransen in 1794, waarmee de feodale tijd een einde nam. De schepenbank onder leiding van de scholtis (schout) bleef nog tot begin 1798 in functie. De laatste secretaris was G. van Aerts die in 1793 het pand bouwde, nu bekend als café "De Zwaan" en destijds als "Secretairs". Kwam daar ook de schepenbank bijeen? Zijn zoon had er in 1808 in ieder geval een herberg.
De nieuwste tijden
Na de twintigjarige inlijving bij Frankrijk begint in 1815 de Nederlandse tijd, weliswaar in 1830 onderbroken door een Belgische periode toen Limburg de Belgische opstand volgde. Een belangrijke gebeurtenis in de 19e eeuw was de overname van het Maricollenklooster in 1860 door de zusters Ursulinen uit Venray. In Grubbenvorst werd overgegaan tot de oprichting van een meisjespensionaat, dat zich vooral in de zeventiger jaren door het uitbreken van de ‘Kulturkampf’ in Duitsland enorm ontwikkelde. In de tweede helft van de 19e eeuw begint in Grubbenvorst de ontginning van de heidevelden. Deze ontginning komt vooral in 1900 goed op gang als de kunstmest op de markt komt. In de 20e eeuw zijn voor Grubbenvorst twee agrarische aspecten van groot belang, namelijk de opkomst van aspergeteelt en de vestiging van de Coöperatieve Venlose Veiling aan de Horsterweg en voorts de ontwikkeling van Grubbenvorst als forensendorp na 1960.
Heierhoeve
Van 15e eeuwse ontginningsenclave naar kerkgemeenschap. In de 15e eeuw kwamen twee boerderijen bij de al bestaande twee in de heide. In de 19e en 20e eeuw groeide Heierhoeve verder uit. De kapel kwam na de laatste oorlog.
De Bisweide
Klooster, Ursulinenpensionaat in Grubbenvorst. De vanaf 1708 in de Bisweide wonende zusters van de Associatie van de Bisweide traden in 1860 bij de zusters Ursulinen in.
Archeologisch monument Sint Jan
In een bos op de hoek van de St. Jansweg en de weg naar de Zaar ligt de devotiekapel van St. Jan uit 1959. Hier vlak achter is in 1989 de plek teruggevonden waar de St. Janskapel uit de 15e eeuw (75m² groot) lag. In de aangelegde bestrating is de omtrek van deze oude kapel aangegeven. Een groot kruis en het gemeentewapen voltooien het geheel.
Tegenwoordig maakt Grubbenvorst deel uit van de gemeente Horst aan de Maas.
In alle jaren is de (oude) gemeente Grubbenvorst enkele hectaren grond verloren aan de omringende gemeenten.
Bijzonderheden
klein vliegveld (Vliegveld Grubbenvorst).