Nederland in Beeld

Drenthe
Flevoland
Friesland
Gelderland
Groningen
Limburg
Noord-Brabant
Noord-Holland
Overijssel
Utrecht
Zeeland
Zuid-Holland


Foto's Grevenbicht
Rondstaai

Grevenbicht • Rondstaai 2 t/m 40 • Zomer 2006

Home Foto's van Nederland / luchtfoto's van Nederland Voeg foto / luchtfoto toe

  Luchtfoto's / foto's Grevenbicht


Luchtfoto's Grevenbicht / foto's Grevenbicht




Algemene luchtfoto's / foto's van Grevenbicht
Koopzondagen Grevenbicht

A t/m H H t/m P P t/m Z
Aan de Greune Paol Heuvelsweg Peperstraat
Abdisstraat Hoogstraat PostApart
Achter de Kruiskapel Houtstraat Postbus
Beegter Markt Karel Doormanstraat Prins Hendrikstraat
Beekstraat Kastanjestraat Raadhuisstraat
Beneluxlaan Kerkpad Rondstaai
Berkenstraat Kuppelkovenderstraat Rozenlaan
Boulevard Lindenstraat Schoolstraat
Burgemeester Kotenplein Mauritsstraat Sint Catharinaplantsoen
Croonenbergstraat Meester Speestraat Staai
Dijk Merker-Eyckstraat Steenweg
Dr Duijsenslaan Mik Stiftstraat
Ds Dr Deelemanstraat Nieuwstraat Thorbeckestraat
Eikenstraat Op de Coul Watermolenstraat
Essenstraat Oude Veerstraat Weidestraat
Geneer Pannesheuvel Wilgenstraat
Heilig Kruisstraat Pastoor Dolsstraat Wilhelminalaan
Willem I straat








Informatie over
Grevenbicht

Grevenbicht (Limburgs: Beeg) is een plaats in Nederlands-Limburg, deel uitmakend van de gemeente Sittard-Geleen. Aantal inwoners in 2002 was 2600 (bron: CBS) Grevenbicht was tot 1982 een zelfstandige gemeente. Vanaf 1982 tot 2001 maakte Grevenbicht deel uit van de gemeente Born.


Ligging

Grevenbicht ligt op het smalste stukje ven limburg en ligt ingeklemd tussen het Julianakanaal en de Maas. Door het dorp zelf loopt de Kingbeek, die uitmondt in de Maas. In de beek bevindt zich een watermolen, de Grevenbichtermolen. Aan de westrand van het dorp bevindt zich een joodse begraafplaats, welke oorspronkelijk een romeinse grafheuvel was.


Naam Geving Grevenbicht

Opgravingen van Romeinse vondsten bewijzen dat er in de periode van 57 voor Chr. tot circa 400 na Chr. Al volop bedrijvigheid heerste op de plek die vele eeuwen later Grevenbicht ging heten. Waarschijnlijk was Grevenbicht een knooppunt van Romeinse (handels)wegen.

De oudste vermelding van de plaatsnaam Grevenbicht dateert echter van 1400 na Chr. en werd toen nog als Grevenbiecht geschreven. Dit betekent zoveel als Bicht van de Graaf, waarbij Bicht weer een oude benaming is voor bocht.


Het wapen van Grevenbicht

Met een schrijven ?van wege den Koning?, gedateerd 2 juli 1870, werd de gemeente Grevenbicht (Hertogdom Limburg) gerechtigd tot het gebruik van een wapen ?omschreven en getekend zijnde een schild van lazuur (blauw) beladen (gevuld) met eene kapel met drie gedekte torens van zilver (wit) en omgeven van het randschrift Gemeente Grevenbicht?.

De voorstelling verwijst mogelijk naar een vroegere Heilig Kruiskapel, maar zekerheid hierover is er niet. De veronderstelling dat de drie torens op de Rooms-Katholieke, de Protestantse en de Joodse gezindten in Grevenbicht zou duiden, is evenmin met bewijzen te staven.

Bij de herindeling in 1982 werden in het oude gemeentewapen van Born voldoende gemeenschappelijke elementen van de drie deelgemeenten aanwezig gedacht, op grond waarvan het wapen van de voormalige gemeente Born kon worden gehandhaafd.


Toelichting op de straatnamen van Grevenbicht

Het woord straat komt van het Latijnse ?via strata? en betekent geplaveide weg, dus een weg verhard met bijvoorbeeld stenen. De oudste straatnamen stammen uit de middeleeuwen. Zij ontlenen hun naam aan het feit dat een weg in de richting gaat van een stad, dorp, bos, heide, rivier enz. Voorbeelden hiervan zijn Bornerweg, Buchterweg, Stockhemmerweg, Houtstraat, Kromhoutstraat, Papenhovenerstraat en Maasstraat. Andere straten ontlenen hun naam aan toponiemen, bijvoorbeeld Aan de Greune Paol. Ook een gebouw kan aanleiding zijn voor de naamgeving, bijvoorbeeld Kerkstraat, Achter de Kruiskapel, Raadhuisstraat.

> Oude Kerkstraat, sinds 1948, heette vanaf 1870 Papenhoverstraat en daarvoor gebruikte men de naam Papenhoven.
> De Julianalaan dankt haar naam aan de aanleg van het Julianakanaal in het begin van de jaren dertig van de vorige eeuw. Daarvoor heette deze weg Schinckelkuilderweg, naar een kuil die daar lag.
> De naam Hoppenhofjeslaan dateert van 1948. Aan deze weg vond tot in het begin van de vorige eeuw hopteelt plaats.
> De Burgemeester Houbenstraat werd vernoemd naar oud-burgemeester(s) van Obbicht, W. Houben (1832-1860) en/of J.J. Houben (1861-1891).
> De Beatrixlaan is uiteraard een vernoeming naar het Koninklijk Huis.
> De Tomberstraat is een heel oude weg. Hij komt in 1849 voor onder de naam Tommerweg, afgeleid van tumulus = grafheuvel.
> De Kommelweg is afgeleid van het toponiem Op de Kommée, dat waarschijnlijk naar de grondsoort klei verwijst.
> De Jac. Cramerstraat, in 1964 vernoemd naar de dorpsgenoot die in de mei-dagen van 1940 in Noord-Frankrijk sneuvelde.
> De Merovingenstraat, sedert 1983, heette daarvoor Molenweg omdat hij naar de oude windmolen leidde.
> De Frankenstraat werd in 1983, evenals de Merovingenstraat, vernoemd naar de in deze omgeving gelegen Frankisch-Merovingische begraafplaats.
> Op de Coul, zo vermeld sinds 1870 en op de topografische kaart van 1849 Op den Kuil genoemd, dankt de naam waarschijnlijk aan de velkuilen voor het looien van huiden.
> De straatnaam Mik wordt gebruikt sinds 1947. Daarvoor was de naam In de Mik. De betekenis is niet duidelijk. Mogelijke verklaringen:
# Het oud-Nederlands woord mik met de betekenis van wigvormige driehoek, zoals een gedeelte van deze buurt ook op kaart staat uitgetekend;
# Tot begin van de vorige eeuw liep een Mikvauwereweg parallel aan de huidige Mik (ca. 50 m. westelijker). Volgens mondelinge overlevering woonde aan het einde van deze verdwenen weg bij het ?vauwere? (ophaalboom die de weg afsloot) een vrouw die Mik heette.
> De oudste benaming voor Staai, sinds 1957, staat vermeld in het Cijnsboek van Grevenbicht (1548) en wel onder de naam up Stay. In 1870 vinden we de naam terug onder de naam Op Staay, zoals in de volksmond dit gedeelte van Beeg nog steeds wordt genoemd. Van 1880 tot 1957 gebruikte men de naam Stay.
> Rondstaai, sinds 1957, heette voordien Rondstaay. Staai zou ook afgeleid kunnen zijn van veerstade wat veerlocatie betekent. In Venlo ligt trouwens ook een Staay,maar dan met Y ligt. De ligging van die straat? Aan de maas!
> Jac. Cramerstraat, in 1964 vernoemd naar de dorpsgenoot die in de meidagen van 1940 in Noord-Frankrijk sneuvelde.
> De Steenweg, sinds 1947, heette vanaf 1921 Steenstraat en daarvoor Dries. Den Dreesj is een weideplaats, omgeven door wegen.
> Geneer is een van de oudste wegen in Grevenbicht. Dit is niet zo verwonderlijk, als men bedenkt dat de eerste bewoners dichtbij drinkwater hun huizen bouwden. In een hertogelijk grondpachtboek vindt men als eigenaar van grond Heylen en gien Nyer vermeld. In 1569/70 is er een vermelding van Johan an gen Nehr. De huidige naam Geneer komt al voor in 1849.
> Merker Eyckstraat komt al voor op een topografische kaart van 1849. Daarvoor was de benaming Aan de Merk, naar de oude Markerhoeve, op de plaats waar nu het huis van de familie Koten ligt.
> De naam Boulevard komt voor het eerst voor in 1890, maar uitsluitend voor het meest westelijk gedeelte. Het oostelijk deel kreeg deze naam na de verbreding in 1910. Over de herkomst van de naam Boulevard staat niets vast, maar het in niet onwaarschijnlijk dat deze schertsend werd bedoeld.
> De Schoolstraat, vroeger een steeg, heet zo sinds 1910 naar de oude school op de hoek van Schoolstraat en Aan de Greune Paol.
> De Nieuwstraat dankt haar naam, sinds 1947 aan de verdere bebouwing na de 2e wereldoorlog. Daarvoor was vanaf 1910 de naam Veldstraat in gebruik. Het toponiem Greune Paol voor het gebied tussen Boulevard, Nieuwstraat, St. Catharinaplantsoen en Raadhuisstraat is in 1982 gebruikt voor de naamgeving Aan de Greune Paol i.p.v. de naam Kerkstraat (sinds 1910). In dit gebied waren er voor 1850 slechts voetpaden. Er was een duidelijke scheiding tussen de bebouwing van Grevenbicht en papenhoven. De straatnaam Groene Paal komt begin 1800 reeds voor, maar gold toen voor de oostelijke gedeelten van de huidige Boulevard en de vroegere Kerkstraat.
> De Rozenlaan heet zo sinds 1982. Voor die tijd, sinds 1947 Havenstraat en nog eerder Lijkweg. Deze naam is een verbastering van de vroegere naam Luyckweg.
> Het in 1916 gebouwde raadhuis leverde in 1920 de nieuwe naam Raadhuisstraat voor de vroegere Kromhoutstraat. In het Cijnsboek van 1548 komt ?die krumholtstraet? voor.
> Beegter Markt (sedert 1982) heette vanaf 1880 Aan de Markt en daarvoor Op de Markt.
> Pannesheuvel (sinds 1880) heette eerder Panhuysheuvel. Panhuys is een oud woord voor brouwerij. Hier heeft vroeger waarschijnlijk een brouwerij gelegen, mogelijk van ene Stans, die op het einde van de 18e eeuw als brouwer wordt vermeld.
> Dijk komt voor vanaf 1870.
> Beekstraat, sinds 1947, heette voordien Langs de Beek (vanaf 1921) en nog eerder Aan de Beek, naar de hier stromende Kingbeek.
> De benaming HEILIG KRUISSTRAAT komt in de archieven voor in het begin van de 19e eeuw, maar is waarschijnlijk ouder. De naam is afkomstig van de daar gelegen Heilig Kruiskapel. In de periode tussen 1921 en 1957 is de naam Kruisstraat gebruikt, maar vanaf 1957 is de oude naam Heilig Kruisstraat weer in gebruik.
> De Kapelweg was vroeger een voetpad zonder naam. Na de verbreding in 1910 kreeg het de naam Kapelweg en sedert de herindeling in 1982 is de naam gewijzigd in ACHTER DE KRUISKAPEL.
> Eveneens na de herindeling is de straatnaam OUDE VEERSTRAAT in de plaats gekomen van de oudere naam Maasstraat.
> De naam PEPERSTRAAT is al zeer oud. In een dorpsrekening van 1570 komt deze naam reeds voor als peperstraes en ook als Pfefferstraes. Het woord peper betekende vroeger niet alleen peper, maar het was een verzamelnaam voor specerijen. Wellicht zijn in die tijd reeds specerijen in de straat verhandeld. Bij de oudere generatie heet deze straat nog steeds ?t Törp.
> Molensteeg is natuurlijk genoemd naar de daar gelegen molen. Deze naam was tot 1947 in gebruik, veranderde toen in Molenstraat tot 1957 en heet sindsdien WATERMOLENSTRAAT.
> De huidige WEIDESTRAAT was vroeger een doodlopende straat en heette voor 1947 In de Weiden. Waarschijnlijk was deze plek, voor de bebouwing een weidegebied.
> De Varkenssteeg van vroeger heet nu iets deftiger; HOOGSTRAAT (1947). Deze naam dankt de Hoogstraat aan het feit dat zij in 1926 als enige, op het hoogst gelegen gedeelte in deze buurt, niet onder water stond.


De geschiedenis van de Watermolen

De Grevenbichtse Watermolen is gelegen aan de Watermolenstraat en is al enkele eeuwen oud. Over het ontstaan van deze molen doen vele verhalen de ronde, maar een van de oudste is het verhaal van een overlevering over het ontstaan van ons dorp, dat ongeveer 150 jaar geleden werd opgetekend door Jan Frans Savelkoul, de stichter van café Aurora. Hij had dit verhaal weer van de vorige bewoners van dit pand, de familie Brouwers. Om het stuk en het gevoel erachter zo authentiek mogelijk te houden, is het geschreven in de schrijfwijze van die tijd.

Het ontstaan van de molen

De Watermolen

?We hebben gezien dat de Maas geen bewoners aan haar oevers duldde en de bewoners van Horis zich gevestigd hadden op een 5-tal hooggelegen punten. De menschen die nu dichter bij elkaar woonden, vormden een gemeenschap of dorp. De landbouw vormde thans het hoofdmiddel van bestaan. Om het noodzakelijke meel te verkrijgen zonder ver te hoeven loopen, werd besloten een molen in het dorp te bouwen. Na rijp beraad vond men aan de Rattenberg de geschikte plaats, daar hier het meeste verval was.

Coöperatie

Een coöperatie van 24 leden werd gesticht, die een nieuwe beek groef tot aan de Rattenberg en verder naar de Oude Maas. De oorspronkelijke beek (de Bijge), die nu nog achter het kasteel te Obbicht ontspringt, had haar loop vanuit Obbicht, over de Riet, door de Kempenslak naar Beemde en Rieksgraaf en vervolgens langs Holtum naar de Geleenbeek.

Van Grevenbeek naar Beeg

Toen de molen klaar was, kreeg elk lid 2 weken maalrecht. Deze coöperatieve vereniging is meer dan drie eeuwen blijven bestaan. In het jaar 1820 is het maalrecht publiek verkocht en overgegaan aan de molenaar Arnoldus Baartz. De doorgraving van de beek gaf het dorp haar tegenwoordige naam. Eerst werd het Grevenbijge, daarna Grevenbeek en later Grevenbigt of Grevenbicht. In het dialect der plaats en omstreken wordt de naam afgekort tot Beeg. (
  • )

    In 1909 kwam de molen in handen van Henricus (Harie) Roelofs, een in 1880 geboren molenaar uit Venray die trouwde met Helena Brouwers, die ze meer dan 70 jaar in bedrijf hield. De huidige bewoners -Ger en Truus Hoofwijk, hebben de molen momenteel in de verkoop.

    (
  • ) Hier ziet men dat Grevenbicht 150 jaar geleden al Beeg werd genoemd.


    Het verhaal achter....?t Weike

    Huizen met een naam hebben iets bijzonders en dagen je uit om op zoek te gaan naar de betekenis van die naam en als het enigszins kan naar de historie van het huis. Zo ook in Grevenbicht, waar een huis staat met de opmerkelijke naam: ?t Weike. ?Het staat in de Weidestraat, die in de volksmond ?in de Weije? wordt genoemd, al raakt die volkse benaming helaas geleidelijk aan in onbruik.

    Voordat Grevenbicht in zuidelijke richting uitbreidde, lag de Weidestraat aan de rand van het dorp, in de richting van de weilanden, vandaar de naam. In de Weidestraat staat ook het Joods monumentje ter nagedachtenis aan de omgekomen joden in de Tweede Wereldoorlog: de families Croonenberg en Steinberg. Vanaf dat moment wonen in Grevenbicht geen joden meer.

    Dat monumentje werd daar geplaatst, omdat in ?t Weike ooit de sjoel of de synagoge was ingericht. Die sjoel is waarschijnlijk in 1818 gebouwd, want tot dat jaar gingen de Grevenbichtse joden naar Sittard ter kerke, om de daaropvolgende jaren gebruik te maken van een eigen gebedshuis. In 1870 en 1886 moest de synagoge in de Wei-je worden hersteld om ze van de ondergang te redden. In laatst genoemd jaar woonden 45 joden in Grevenbicht, waarvan het merendeel in behoeftige omstandigheden. Het aantal joden moet daarna sterk zijn teruggelopen, aangezien kort vóór de Eerste Wereldoorlog de joodse gemeente zo?n gering ledental had, dat zij werd opgeheven. Hoe lang de synagoge daarna nog in tact bleef is niet bekend. Wel weten wij dat in 1966 de laatste schamele sporen van de specifieke inrichting van de Grevenbichtse synagoge zijn verdwenen.

    In Grevenbicht is van alles twee: twee kerken, twee harmonieorkesten, twee schutterijen enzovoorts.

    Over de Maas vaart een voet-fietsveer naar het Belgische Rotem.