Informatie over
Kraggenburg
Kraggenburg is een dorp in de Noordoostpolder, ten zuid-oosten van de hoofdplaats Emmeloord.
De plek kreeg zijn naam door het in het midden van de negentiende eeuw daar, in de Zuiderzee aangelegde, gelijknamige tolhuis van "De Naamloze Maatschappij ter verbetering van den handelsweg over het Zwolse Diep".
Deze maatschappij had zich tot doel gesteld om de scheepvaartweg vanuit Drente en Overijssel door middel van in de Zuiderzee aangelegde leidammen aanzienlijk te verbeteren.
Kraggenburg in de 19e eeuw
Voor de aanleg van de leidammen werden "kraggen" gebruikt: drijvende stroken vast ineengegroeide zoden van riet en waterplanten. Die kraggen waren voor een spotprijs te koop in de omgeving van Wanneperveen, Dwarsgracht en Giethoorn.
Een uitgebreider verhaal hierover staat in de versie van 26-1-2006 onder dit onderwerp.
Drijvende kracht achter de genoemde maatschappij was de gerenommeerde Waterstaatsingenieur Benjamin Pieter Gesienus van Diggelen. Wiens naam bewerkstelligde dat uit het hele land handelslieden en hoge gezagsdragers (Koning Willem III, Thorbecke, de vader van Cornelis Lely en familie van de latere Minister van Waterstaat en Minister-President Tak van Poortvliet) aandelen kochten en zo geld aandroegen voor het project.
Van Diggelen's idee was dat de kosten van het project konden worden terugverdiend uit tolgelden die op het eind van de dam in het tolhuis (Kraggenburg) werden geheven.
Daar ging het fout. Met name naijverige Drentse notabelen zetten de schippers op om de tol 's nachts zonder te betalen te omzeilen en betichtten de Maatschappij van uitbuiting en woekerwinsten.
In de politiek onrustige tijd van die jaren leidde dit tot een landelijke rel, waarin de koning als aandeelhouder betrokken dreigde te raken. Waardoor van het hele project enkele jaren later weinig meer dan het tolhuis resteerde, totdat bijna 100 jaar later Kraggenburg een naam en plek in de Noord-Oostpolder werd.
Kraggenburg na de inpoldering
(nog invullen)